STORY/
Vier stoelen uit het postmodernisme omringen de tafel. Hun simili leder bekleding, typerend voor de jaren '60 en '70, glanst zacht in het licht, terwijl het zwarte oppervlak een subtiele patina vertoont die door de jaren heen is gevormd. De materialen, zorgvuldig gekozen, vertellen over een tijd waarin experiment en elegantie samenkwamen in het design. 
​
Palissanderhout omlijst elke stoel met diepe, warme tinten en contrasterende nerven. Het hout voelt rijk en vol aan, met een textuur die diepte toevoegt aan de strakke lijnen van het ontwerp. Het was destijds een van de meest gewaardeerde houtsoorten, een keuze die getuigt van een aandacht voor detail en kwaliteit. Ondersteund door buisvormige, gepolijste metalen poten, lijken de stoelen bijna te zweven boven de vloer, alsof het metaal de ruimte opneemt en lichtheid aan de omgeving wil toevoegen. 
​
De combinatie van materialen is een spel van contrasten en harmonie: het koele, strakke metaal tegen het rijke, warme hout, het gladde simili leder tegenover de natuurlijke nerven. Elke stoel is een balans van vorm en functie, een eerbetoon aan een tijd waarin meubelontwerp zowel vooruitstrevend als een representatie van high-, end materialen was. Ze voegen een eigenzinnige elegantie toe aan de ruimte, een ingetogen luxe die zowel eenvoudig als verfijnd is.
 
ONTWERPER/
Thereca is een meubelfabrikant die in 1870 het leven kende en maakte doorheen de jaren enkele transformaties door. Zo werd dit ontwerp van Sven Ivar Dysthe rond de jaren 1970 geproduceerd toen het bedrijf overgenomen werd onder de naam Rob Veen meubelen. In 2001 ging Thereca verder met de focus op zorg- en projectinrichting. Daardoor werden designontwerpen zoals deze dining set niet verder geproduceerd, waardoor nog slechts enkele vintage stukken te vinden zijn op de markt en de stukken uiterst uniek maken. 
​
Dysthe, zeldzaam onder de Noorse ontwerpers van zijn tijd, studeerde buiten zijn thuisland aan het Londense Royal College of Arts, het gerenommeerde instituut dat recentelijk hedendaagse ontwerpers als Max Lamb, Simon Hasan, James Irvine, Philippe Malouin en Sarah van Gameren van Studio Glithero heeft voortgebracht.

Dysthe studeerde in 1954 af met een graad in industrieel ontwerp – en de zeldzame onderscheiding van een eersteklas afgestudeerde – en trok door Scandinavië voor zijn eerste baan: eerst in Kopenhagen, bij het ontwerpbureau van Peter Hvidt en Orla Mølgaard Nielsen; vervolgens terug in Oslo, waar Dysthe in 1956 in opdracht van meubelfabrikant Hiorth & Østlyngen zijn beuken-, teak- en geweven zeegras Model 316 Dining Chair produceerde, een robuust en eerlijk voorbeeld van waar het Scandinavische design destijds naartoe ging.